6 juni 1944: D-Day

‘Blessent mon coeur d’une languer monotone’. Met deze tekst van Radio Londres (Frans voor Londen) startte de landingen op Normandië. Het was het tweede deel van het codebericht bedoeld voor het Franse verzet. Het betekende dat de grootste amfibische invasie in Frankrijk binnen 48 uur een feit zou zijn. Actie! Sabotage van telefoonlijnen en overige zaken. 5.000 schepen en amfibische vaartuigen gingen samen met 11.000 vliegtuigen de oversteek maken. Op 6 juni bestormden zij de stranden van Normandië in Frankrijk.

April. Wij zijn met werkvakantie in de Loirestreek. Vanuit het dorp waar we verblijven is het toch nog 350 kilometer sturen, maar ik moet en zal de landingsstranden in Normandië bezoeken. Dichter in de buurt dan nu zijn we nooit geweest. En aangezien ik autorijden niet erg vind besluiten we maar gewoon te gaan. De navigatieapparatuur wordt ingesteld op Saint Mere Eglise, bekend van de parachutisten die op de verkeerde bestemming sprongen en midden in dit dorp neerkwamen en werden afgeslacht. Ook bekend van John Steel, de parachutist die urenlang aan de kerktoren heeft gehangen aan zijn parachute. Deze man overleefde het. Ongeveer 4 uur hebben we er over gedaan om er te komen. Het dorp zelf stelt eigenlijk niets voor; een kerk of eigenlijk de kerk, een pleintje, wat huizen, wat winkeltjes met attributen die refereren naar de landing en een groot museum met tanks, zweefvliegtuigen en meer achtergebleven wapentuig. Aan de torenspits van het kerkje hangt een pop aan een parachute ter nagedachtenis aan John Steel. We besluiten het kerkje in te gaan. Diverse mensen lopen in stilte in het kerkje rond. Mijn oog valt op de gebrandschilderde ramen. Het is een afbeelding van Maria. Soldaten passeren haar als zij met hun parachute afdalen. Indrukwekkend.

In de auto vinden we dat Utah-beach onze bestemming wordt. Na een rit van 10 minuten stuur ik de auto langs een langs de weg achtergelaten stuk ponton van een zogenaamde Mulberry-haven. De geallieerden maakten gebruik van dit soort pontons en caissons om als haven te gebruiken voor de kust van Normandië. De auto parkeer ik langs de weg aan de voet van een doorgang naar het strand. We zijn niet de enige die dit voormalige landingsstrand bezoeken. In de duinen zien we restanten van bunkers, hier en daar verroest afweergeschut, een Amerikaanse tank en een monument voor de gevallenen. Hand in hand lopen we door het zand richting het strand. Zonder duidelijke reden word je vanzelf stil. Je voelt bijna de beklemming van de angst die die jongens toen op het strand voelden. We zoeken wat kleine stenen, platte zandstenen. Ik steek ze in mijn zak, als aandenken dat ik liep waar zij ooit liepen.

Als we instappen bezoeken we een aangrenzend stuk strand wat bekend staat als Omaha-beach. Na een rit van ook weer ongeveer 10 minuten parkeren we de auto langs de kant van de weg voor een monument. Kan niet missen, dit moet het strand zijn, Omaha-beach. Ook hier allerlei stille getuigen van wat zich hier op 6 juni 1944 zich heeft afgespeeld. Ook hier krijg ik tijdens het betreden van het strand een akelig, beklemmend gevoel. Dit is beslist geen strand waar ik voor mijn plezier zou gaan liggen zonnen. Teveel mensen hebben hier op een gruwelijke manier het leven gelaten. In de maand mei zag ik op televisie een documentaire over de soldaten die deze landingsstranden in moesten nemen. Een overlevende vertelde dat in het landingsvaartuig waar hij met 60 man in zat na 6 stappen op het strand zijn maten een voor een vielen. Hij was op dat moment de enige overlevende van dit vaartuig.

Ik kan even geen landingsstrand meer zien. We overleggen wat te doen. Mijn optie ‘naar ons vakantiehuis’. Vrouwlief oppert om nog naar Colleville-sur-Mer te gaan. Hier is de grootste militaire Amerikaanse erebegraafplaats uit de Tweede Wereldoorlog gevestigd. Ze vraagt of ik dit aankan. Ik weet het op dat moment echt niet. Ik waag het erop. Colleville-sur-Mer is eigenlijk een klein Frans minidorpje, maar wel met een mega- giga-begraafplaats. Niet veel later word mij dat pijnlijk duidelijk. Als we het hek passeren en het pad volgen lopen we aan de rand van de kliffen die de geallieerden moesten veroveren. Vrouwlief vraagt nog of het gaat. Ik antwoord dat het lukt. Ik heb mijn geest voor een groot deel af kunnen sluiten voor de beelden die ik altijd zie als ik welke begraafplaats dan ook bezoek. Nadat we voorbij de taxushagen zijn is zo ver als het oog reikt het gras voorzien van bijna 10.000 witte kruizen. 10.000 witte kruizen van de soldaten die vielen in de eerste dagen van D-Day. Omdat het bijna 18:00 uur is wordt op trompet “the last post” door een militair geblazen terwijl twee anderen de Amerikaanse vlag strijken. Alle bezoekers respecteren de stilte als de trompettist de laatste noot laat wegsterven. Langzaam komt iedereen weer in beweging. Wij ook. Zo ver als het oog reikt zie je de symmetrisch opgestelde kruizen. Er prikt een traan in mijn ooghoek en rolt langzaam langs mijn wang. Komt vast door de wind. Ik heb echt genoeg gezien, ik wil hier weg. Het was een mooie, maar emotionele dag. Spijt dat we gegaan zijn heb ik niet, maar het heeft wel enorm veel impact gehad. We maken ons op om de 350 kilometer terug te rijden naar ons vakantieadres. Het is opmerkelijk stil tijdens de terugweg. Allebei zijn we in gedachten verzonken.

Deze tekst maakt nog steeds diepe indruk op mij en stond op een bord bij de ingang van de erebegraafplaats die wij eerder in Nord-pas-de-Calais bezochten:

“They shall not grow old as we that are left grow old, age shall not weary them not the years condemn; at the going down of the sun and in the morning we will remember them”.

Landing Normandie